Vraag: Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van hydraulische slangen
1. De lay-out van de slang moet warmtebronnen zoveel mogelijk vermijden en ver verwijderd zijn van de uitlaatpijp van de motor. Indien nodig kunnen beschermende middelen zoals mouwen of schilden worden gebruikt om te voorkomen dat de slang thermisch wordt beschadigd.
2. Waar de slang tijdens het gebruik mechanische oppervlakken kruist of in contact kan komen, moeten beschermende voorzieningen zoals slangklemmen of veren worden gebruikt om schade aan de buitenste laag van de slang te voorkomen.
3. Wanneer de slang gebogen moet worden, mag de buigradius niet te klein zijn en groter zijn dan 10 keer de buitendiameter.
4. Bij het installeren van de slang moet worden vermeden dat deze zich in een toestand bevindt uitgerekte staat. Zelfs als er geen relatieve beweging is tussen de twee uiteinden van de slang, moet de slang ontspannen blijven. Een uitgerekte slang zal onder druk uitzetten, waardoor de sterkte afneemt.
5. Draai de slang niet tijdens de installatie. Een lichte draaiing van de slang kan de sterkte ervan verminderen en ervoor zorgen dat de verbinding losraakt. Bij montage moet de verbinding op de slang worden vastgedraaid, in plaats van dat de slang op de verbinding wordt vastgedraaid.
6. Als de slang in kritische onderdelen is geïnstalleerd, wordt aanbevolen deze regelmatig te inspecteren of te vervangen.